Praktijkvraag

Laatste update: 13 juli 2020

Door: en


De Europese regels voor grensoverschrijdende zorg brengen onder meer met zich mee dat EU-burgers recht hebben op gezondheidszorg in elk EU-land. De toepassing van deze regels is continu in ontwikkeling. Ook de huidige omstandigheden omtrent de coronacrisis hebben hier invloed op. Wat is de actuele stand van zaken op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg en zijn er daarbij relevante zaken aan de orde waar gemeenten expliciet rekening mee moeten houden?
Antwoord in het kort

Sinds de invoering van de Patiëntenrichtlijn lijkt er over het algemeen een stijgende lijn te zijn op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg, zo bleek uit het verslag van de Europese Commissie uit 2018. Voor gemeenten blijft het relevant om rekening te houden met zaken als informatieverstrekking en financiering. Gemeenten moeten momenteel op het gebied van grensoverschrijdende zorg ook de gevolgen van de coronacrisis in acht nemen. Er wordt van hen verwacht dat zij zelf de verantwoordelijkheid dragen voor de praktische uitvoering van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg, zoals patiëntenvervoer of het overbrengen van medische teams. Bovendien zullen (grens)gemeenten intensief moeten samenwerken om de doelstellingen te kunnen blijven realiseren die zijn gesteld ter verbetering van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg.

Terugblik inwerkingtreding Patiëntenrichtlijn

De inwerkingtreding van de Europese Patiëntenrichtlijn 2011/24 in 2014 heeft mede gezorgd voor een versterking van de samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg tussen de lidstaten. Die intensievere samenwerking heeft onder andere geleid tot de oprichting van Europese Referentienetwerken en tot bevordering van wederzijdse erkenning van voorgeschreven recepten uit andere EU-landen. Daarnaast zijn er al eerder afspraken gemaakt binnen de Benelux, welke voornamelijk zagen op het grensoverschrijdende ambulancevervoer.

Evaluatie van Richtlijn 2011/24

Richtlijn 2011/24 heeft ervoor gezorgd dat er een goede balans is tussen de houdbaarheid van de zorgstelsels en het recht van patiënten om zich in het buitenland te laten behandelen. De regels die zijn opgesteld, zien erop toe dat EU-landen onderling hun zorgbeleid en zorgstelsels steeds meer op elkaar afstemmen.

Belangrijke aspecten uit de Patiëntenrichtlijn
  • Het regelen van een netwerk voor nationale contactpunten;
  • Er is bepaald welke elementen minimaal op een medisch voorschrift of recept moeten staan als een patiënt het voorschrift wil meenemen naar een ander EU-land;
  • De verdere ontwikkeling van Europese referentienetwerken van medische expertise wordt gestimuleerd.
Follow-up

In 2018 heeft de Europese Commissie een verslag geschreven over de werking van Richtlijn 2011/24, met name gericht op de belangrijkste maatregelen, tendensen en vorderingen die zich hebben voorgedaan in de periode van 2015 – 2018. Hieruit werd duidelijk dat er op een aantal vlakken sprake is van een licht stijgende trend in de grensoverschrijdende mobiliteit van patiënten binnen de EU. Op het gebied van informatieverstrekking aan patiënten lijkt er bijvoorbeeld een toename te zijn van informatieverstrekking op de websites van de nationale contactpunten (NCP’s). Dit is relevant voor gemeenten, omdat die informatieverstrekking op nuttige wijze kan worden ingezet voor de grensoverschrijdende samenwerking in de zorg. Het E-gezondheidsnetwerk en de Europese referentienetwerken zijn beiden nog volop in de groei, maar zorgen al voor essentiële verandering op het gebied van de levering van kwaliteit en van toegankelijke grensoverschrijdende gezondheidszorg aan Europese burgers. In 2018 is bovendien door de Europese Commissie een nieuw wetsvoorstel inzake de evaluatie van gezondheidstechnologie (EGT) en betreffende de wijziging van de Patiëntenrichtlijn 2011/24 ingediend (Voorstel voor Verordening COM(2018) 51). Hiermee wil de Commissie voortbouwen op de al gemaakte stappen op het gebied van EGT en voorzien in bepaalde tekortkomingen op het gebied van EGT. Deze tekortkomingen zijn bijvoorbeeld het niet-duurzame karakter van de huidige EGT-samenwerking of het overlappen van werkzaamheden van de nationale EGT-instanties (zie hiervoor het werkdocument van de diensten van de Commissie). De bedoeling van dit voorstel was dat de EU-samenwerking op het gebied van evaluatie van gezondheidstechnologie ook na 2020 gewaarborgd wordt. Dat betekent dat er voor lidstaten, en dus ook voor gemeenten, na inwerkingtreding van de regels innovatieve gezondheidstechnieken beschikbaar zijn voor Europese patiënten.

CAK

In Nederland is het Centraal Administratie Kantoor (CAK) opgericht om in navolging van de Patiëntenrichtlijn de taken van het NCP uit te voeren. Hier wordt algemene informatie aangeboden aan patiënten die in een ander EU-land een medische behandeling willen ondergaan. Onder de taken van het CAK bevindt zich ook de gegevensuitwisseling van patiënten met verschillende partijen, waaronder met gemeenten. Daarnaast wordt er door het CAK met deze partijen uitvoerig over de toepassing van de richtlijn gesproken.

Uit onderzoek is in 2019 echter gebleken dat veel patiënten er nog steeds voor terugschrikken om naar het buitenland te vertrekken voor medische zorg, voornamelijk wegens een gebrek aan informatie. Dit lijkt erop te duiden dat de NCP’s nog niet bekend genoeg zijn. Voor gemeenten is het daarom van belang dat er door hen een actieve rol wordt gespeeld op het gebied van voorlichting en doorverwijzing ten aanzien van grensoverschrijdende zorg. Van (grens)gemeenten wordt bovendien verwacht dat zij de grensoverschrijdende samenwerking in de zorgsector uitbreiden. Gebruikmaken van een tweetalige website, tweetalige brochures en spreekuren wordt in dit verband zeer aangemoedigd. Op de lange termijn kan dit voor veel verbetering van de gezondheidsstelsels binnen de EU zorgen.

Grenseffectenrapportages van ITEM

Het expertisecentrum ITEM (Institute for Transnational and Euroregional cross border cooperation and Mobility) is in 2016 begonnen met het uitvoeren van jaarlijkse grenseffectenrapportages. Hier wordt onderzoek gedaan naar de kansen en knelpunten bij grensoverschrijdende mobiliteit en samenwerking.

De focus op het gebied van de zorg verschilt per grenseffectenrapportage. In 2017 lag de focus op de grensoverschrijdende sociale zekerheid bij langdurige zorg, in 2018 op de zorgfinanciering voor gepensioneerden en in 2019 werd er geen specifieke aandacht besteed aan de grensoverschrijdende zorg. In de grenseffectenrapportage van 2020 zullen de gevolgen van de coronacrisis duidelijk naar voren komen. Aangezien die gevolgen nog onderzocht worden zal deze rapportage eind november 2020 door ITEM gepresenteerd worden. Dan zal ook blijken in hoeverre er al sprake was van grensoverschrijdende samenwerking in de zorg. Voor gemeenten is het dus zeer relevant om deze informatie mee te nemen in de ontwikkeling of verbetering van grensoverschrijdende zorgtrajecten.

De gevolgen van COVID-19

Momenteel staat de zorg wereldwijd onder druk vanwege het coronavirus. Hierdoor was er binnen de EU ook behoefte aan extra ondersteuning op het gebied van grensoverschrijdende zorg. Om deze reden heeft de Europese Commissie in maart 2020 praktische richtsnoeren gepubliceerd, die een meer gecoördineerde aanpak van de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van dringende medische zorg bevatten. Hierin zijn de belangrijkste pijlers voor decentrale overheden:

  • Om grensoverschrijdende patiëntenbehandeling mogelijk te maken moet er gebruik worden gemaakt van het myhealth@EU systeem voor de uitwisseling van patiëntengegevens en elektronische recepten;
  • Het vrij verkeer van patiënten over de binnengrenzen van de EU blijft gelden;
  • De EU ondersteunt grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg in grensregio’s;
  • Lidstaten moeten zorgen voor goede grensoverschrijdende samenwerking tussen zorgpersoneel;
  • De EU verleent financiële bijstand voor grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg, dit gaat via het Solidariteitsfonds.

Door verschillende partijen, waaronder ITEM, wordt nu nog nader onderzoek gedaan naar de gevolgen van de coronacrisis voor grensregio’s. De coronacrisis heeft er immers een tijdlang voor gezorgd dat de mogelijkheden voor grensoverschrijdende zorg vrij beperkt waren; de grenzen in Europa zijn een tijd zo goed als dicht geweest waardoor het reguliere patiëntenverkeer sterk verminderd was. Er is echter tijdens de coronacrisis door diverse (grens)gemeenten ook nauw samengewerkt om de grensoverschrijdende zorg te kunnen blijven waarborgen. Dit uitte zich onder andere in het delen van capaciteit en deskundigheid. Niet alleen de inrichting van de nationale gezondheidszorg werd tijdens de coronacrisis namelijk beïnvloed, maar er was ook veel grensoverschrijdende afstemming vereist. Denk hierbij ook aan het beperken van toerisme, het reorganiseren van grensoverschrijdend openbaar vervoer en het overbrengen van patiënten naar andere lidstaten.

Meer informatie

Grensoverschrijdende samenwerking, Kenniscentrum Europa decentraal
Commissie publiceert richtsnoeren voor grensoverschrijdende zorg, Kenniscentrum Europa decentraal
Patiëntenrichtlijn, Publicatieblad van de Europese Unie