Bij het waterschap zijn wij ons ervan bewust dat veel nationale milieu- en waterregelgeving zijn oorsprong vindt in Brussel. Maar wanneer krijgen wij als overheid met de achterliggende Europese richtlijnen te maken?
Antwoord
Waterschappen kunnen met de Europese wetteksten (zoals richtlijnen) te maken krijgen als iemand zich beroept op rechtstreeks werkende bepalingen, en van mening is dat de nationale regelgeving hiermee in strijd is. Hiervan kan sprake zijn als Europese richtlijnen niet, te laat of onjuist zijn omgezet in nationale wetgeving. Ook als de bepalingen wel goed zijn omgezet kan een derde zich op de rechtstreekse werking van de Europese richtlijn beroepen.
Gevolgen beheerspraktijk waterschappen
De omvang van het Europese water- en milieurecht is aanzienlijk. Dit heeft gevolgen voor de beheerspraktijk van waterschappen, maar ook andere beleidsterreinen raken de praktijk van waterschappen. Voorbeelden hiervan zijn de INPSIRE-richtlijn over geo-informatie, nitraatregelgeving, de Richtlijn Milieuaansprakelijkheid en de recente regelgeving op het gebied van klimaatverandering.
Europees milieubeleid
Europees milieubeleid krijgt over het algemeen vorm in richtlijnen, denk aan de Kaderrichtlijn Water, de Richtlijn Stedelijk afvalwater en de Richtlijn Industriële emissies. Richtlijnen moeten, nadat ze zijn aangenomen door het Europees Parlement en de Europese milieuministers, omgezet worden in nationale wetgeving. Dit kan middels een implementatiewet, een wijziging van een wet, besluit of ander type algemeen verbindend voorschrift. De deadline voor deze omzetting ligt meestal anderhalf à twee jaar na de vaststelling van de richtlijn.
Omzetting Europese richtlijnen
Het is de taak van de nationale wetgever (de ministeries) om Europese richtlijnen correct om te zetten in nationale wetgeving. De overheid geeft op de website een overzicht van de richtlijnen die door Nederland geïmplementeerd moeten worden. Het Europese recht laat het aan de lidstaten op welke manier zij decentrale overheden wel of niet wil betrekken bij het omzetten van Europees recht. Vaak worden de decentrale overheden of uitvoeringsinstanties geconsulteerd bij het omzetten van regelgeving, maar dit is niet verplicht. Volgens art. 4 lid VWEU over gemeenschapstrouw en jurisprudentie van het Hof van Justitie EU zijn decentrale overheden zelf verantwoordelijk voor het correct toepassen van het Europees recht.
Bezwaar maken
Burgers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, via het nationale recht decentrale overheden aansprakelijk stellen voor schade als gevolg van inbreuk op het Europese recht. Ook bijvoorbeeld een gemeente, kan als derde belanghebbende een bezwaar aantekenen tegen een bepaalde vergunningverlening met een beroep op Europese richtlijnbepalingen. Als Europese richtlijnen niet, te laat of onjuist zijn omgezet in nationale wetgeving, dan zijn waterschappen vervolgens zelf verantwoordelijk voor de juiste toepassing van de richtlijnbepalingen.
Tijdige omzetting
Alertheid op de omzetting van Europese regels is voor waterschappen van belang, aangezien het niet vanzelfsprekend is dat richtlijnen op tijd worden omgezet. Waterschappen kunnen zich in het geval van een klacht niet verschuilen achter de nalatigheid van de centrale overheid. Ondanks het feit dat decentrale overheden zelf inspanningen moeten leveren om op de hoogte te zijn van het Europese recht, ziet de centrale overheid het tot haar taak er aan bij te dragen dat het besef van de Europese invloed en de ingrijpende betekenis ervan bij de decentrale overheden wordt bevorderd.
Rechtstreekse werking
Als waterschappen te maken krijgen met een beroep op Europees milieurecht omdat de nationale regelgeving hiermee in strijd zou zijn, krijgen waterschappen te maken met het mechanisme van de rechtstreekse werking van Europees recht. Rechtstreeks werkende richtlijnbepalingen geven burgers rechten waarop zij zich kunnen beroepen bij een nationale rechter. Uit eerdere uitspraken blijkt dat er twee criteria zijn voor rechtstreekse werking.
- bepalingen zijn onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn. Denk hierbij aan Europese grenswaarden ter bescherming van de menselijke gezondheid en nauwkeurige voorwaarden voor milieubelastende producten.
- De bepaling brengt onvoorwaardelijke en voldoende nauwkeurige grenzen van de beoordelingsvrijheid met zich mee.
Rechtstreekse werking in Arresten
Het arrest Van Gend&Loos vormt de basis voor het mechanisme van rechtstreekse werking. Maar of een richtlijnbepaling rechtstreeks werkt, wordt per geval door een nationale rechter en uiteindelijk door het Hof van Justitie EU bepaald. Een ander voorbeeld van een beroep op rechtstreekse werking betreft het arrest Janacek. Hierin bepaalde het Hof dat ondanks de ruime beoordelingsmarge die lidstaten hebben bij het vaststellen van actieplannen, burgers zich er wel op kunnen beroepen dat er in de actieplannen afdoende maatregelen worden getroffen om luchtvervuiling te verminderen.
Alvorens te bekijken of een bepaling rechtstreeks werkt, een lange procedure waarmee uiteindelijk de rechter het waterschap kunnen worden verplicht om de nationale wetgeving opzij te schuiven, kan worden gekeken of het probleem op te lossen is door de nationale wet zodanig uit te leggen dat deze zo veel mogelijk verenigbaar is met de doelstelling van de Europese richtlijn.
Meer informatie:
EG-recht en de praktijk van het waterbeheer, pag. 41-48 over de omzetting van richtlijnen
Europees milieurecht in de lage landen, pag. 131-150 over rechtstreekse werking
Factsheet rechtstreekse werking richtlijnen
Milieu-aansprakelijkheid, Europees recht en beleid decentraal
Rechtstreekse werking, Kenniscentrum Europa Decentraal
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal: