Wij begrepen dat overheidsbedrijven ook onder de Open Data Richtlijn vallen. Onze stichting is door de gemeente opgericht om gemeentelijke sportaccommodaties te verhuren. Aangezien de gemeente een dermate grote invloed in het beleid van de stichting heeft, kwalificeert onze stichting als een overheidsbedrijf in de zin van de Mededingingswet. Wordt onze stichting ook in de huidige richtlijn als overheidsbedrijf gezien? En zo ja, wat voor informatie zouden wij dan voor hergebruik beschikbaar moeten maken?
Antwoord in het kort
De Richtlijn inzake open data en hergebruik van overheidsinformatie (Open Data Richtlijn) heeft in 2019 de Richtlijn hergebruik overheidsinformatie (PSI-richtlijn) vervangen en heeft onder meer gezorgd voor een uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn. Sindsdien dienen ook overheidsbedrijven zich in bepaalde gevallen aan de regels van de richtlijn te houden. Het gaat hierbij alleen om bedrijven die actief zijn in bepaalde sectoren en om informatie die zij hebben vergaard ten behoeve van een dienst van algemeen belang. Daarnaast is een overheidsbedrijf niet meer verplicht om een verzoek tot hergebruik van de informatie in te willigen.
Wat is overheidsinformatie?
Onder ‘overheidsinformatie’ vallen alle documenten die openbare lichamen van de lidstaten – en nu ook overheidsondernemingen – verzamelen, produceren en verspreiden in het kader van hun publieke taak (artikel 1 Open Data Richtlijn). Voorbeelden zijn statistieken en geografische informatie. Het gaat om informatie waarvan de overheidsorganisatie zelf over de intellectuele eigendomsrechten beschikt en die wettelijk gezien ook openbaar moet zijn. Informatie waarbij rechten van derden betrokken zijn of waarop wettelijke beperkingen rusten, zoals privacy- of auteursrecht, zijn van de richtlijn uitgezonderd.
De overheidsinformatie die onder de Open Data Richtlijn valt dient door het openbare lichaam of de overheidsonderneming klaar te worden gemaakt voor hergebruik. Dit betekent dat het document in een open, machineleesbaar en toegankelijk format moet worden opgesteld, samen met eventuele metadata die de context van de informatie verduidelijkt.
Wie moet overheidsinformatie beschikbaar stellen?
De regels van de PSI-richtlijn golden voor openbare lichamen van de lidstaten, zoals staats-, regionale en lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden van deze instellingen. In 2013 werd de reikwijdte van die richtlijn uitgebreid met musea, bibliotheken en archieven.
Met de Open Data Richtlijn vallen overheidsbedrijven in beginsel ook onder de richtlijn. Het begrip ‘overheidsbedrijf’ wordt in de richtlijn uitgelegd als: een onderneming waarop een openbaar lichaam direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, uit hoofde van eigendom, financiële deelname of voor de onderneming geldende voorschriften (artikel 2 lid 3 Open Data Richtlijn). Daarnaast vallen alleen ondernemingen die in bepaalde sectoren actief zijn onder de definitie, zo staat in artikel 1 van de Open Data Richtlijn.
Welke overheidsbedrijven vallen onder de nieuwe regels?
Het betreft overheidsbedrijven in de sectoren:
- Water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, zoals bepaald in Richtlijn 2014/25/EU;
- Het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1370/2007;
- Luchtdiensten, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1008/2008;
- Diensten op het zeevervoer, zoals bepaald in Verordening (EEG) nr. 3577/92.
Naast de beperking tot overheidsbedrijven binnen bepaalde sectoren, gelden de regels ook alleen voor bepaalde documenten. Het gaat namelijk alleen om de documenten die:
- zijn geproduceerd binnen de context van het leveren van diensten van algemeen belang;
- verband houden met activiteiten die rechtstreeks blootstaan aan concurrentie, zoals bepaald in artikel 34 van Richtlijn 2014/25;
- niet onder de uitzonderingen van de richtlijn vallen die ook voor de documenten van publieke instellingen vallen, zoals documenten waar de organisatie niet zelf de intellectuele-eigendomsrechten van bezit of die gevoelige gegevens bevatten (artikel 1 lid 2 Open Data Richtlijn).
Overheidsbedrijven die in deze sectoren ‘diensten van algemeen belang’ vallen, vallen daarmee ook onder de regels van de Open Data Richtlijn. Deze partijen dienen zelf na te gaan of zij informatie verzamelen en in bezit hebben die in aanmerking komt voor hergebruik. Gezien de sector valt de stichting die gemeentelijke sportaccommodaties verhuurt niet onder deze herziene regels van de Open Data Richtlijn. De stichting is namelijk geen onderdeel van de in artikel 1 benoemde sectoren, waardoor de nieuwe richtlijn hier niet van toepassing is.
Wanneer moet overheidsinformatie hergebruikt worden?
Het idee achter het hergebruiken van overheidsinformatie is dat openbare overheidsinformatie zo gemakkelijk mogelijk beschikbaar moet zijn voor burgers, bedrijven en onderzoeksinstellingen. Bepaalde openbare informatie over bijvoorbeeld burgers, gebouwen, wegen en klimaat kan ook door andere entiteiten gebruikt worden, onder meer voor economische doeleinden. Zo kan een onderneming bijvoorbeeld met behulp van data die de overheid verzamelt over de bezetting van parkeerplaatsen binnen de gemeente een applicatie ontwikkelen om automobilisten te laten weten waar ze het beste kunnen parkeren. De documenten mogen echter ook voor niet-commerciële doeleinden gebruikt worden.
Openbare lichamen moeten overheidsinformatie die onder de richtlijn valt voor hergebruik verplicht beschikbaar stellen naar aanleiding van een concreet verzoek. De richtlijn verplicht niet tot het actief ter beschikking stellen van overheidsinformatie als open data. Bij het in behandeling nemen van een verzoek kunnen bijvoorbeeld voorwaarden per verzoeker worden gesteld, zoals het vermelden van welk openbaar lichaam de data afkomstig is. Daarnaast kunnen er door de verstrekker bepaalde kosten in rekening worden gebracht, zoals voor de anonimisering van persoonsgegevens.
In tegenstelling tot openbare lichamen zijn overheidsbedrijven echter niet verplicht aan een verzoek om hergebruik gevolg te geven. Ook mogen zij in beperkte gevallen een door de lidstaten vastgestelde vergoeding vragen voor het beschikbaar stellen van informatie voor hergebruik.
Waar moeten overheden en overheidsbedrijven zich nog meer aan houden?
De uitbreiding van de reikwijdte van de richtlijn is niet het enige verschil met de PSI-richtlijn. In de Open Data Richtlijn zijn eveneens bepalingen opgenomen over het beschikbaar stellen van dynamische data en real-time data via Application Programme Interfaces (APIs). Dit gaat bijvoorbeeld over data die overheden en overheidsbedrijven verzamelen via sensoren in de openbare ruimte. Ook gelden er strengere regels voor het in rekening brengen van kosten voor hergebruik en voor exclusieve overeenkomsten die in het kader van hergebruik tussen publieke instanties en bedrijven worden gesloten.
Verder stelt de richtlijn een Europese lijst vast met documenten die gratis in alle lidstaten beschikbaar zouden moeten zijn, omdat hergebruik daarvan belangrijke voordelen biedt voor de samenleving, het milieu en de economie. Het gaat hierbij om:
- Geospatiale data (zoals nationale en lokale kaarten);
- Aardobservatie en milieu (zoals energieverbruik en satellietbeelden);
- Meteorologische data (zoals weersvoorspellingen);
- Statistiek (zoals demografische en economische indicatoren);
- Bedrijven en eigendom van bedrijven (zoals handelsregisters en registratienummers);
- Mobiliteit (zoals verkeersborden en binnenwateren).
De Europese Commissie stelt voor deze zes categorieën nog nadere regelingen op betreffende het hergebruik van dit soort documenten en de technische vereisten hieraan. Bibliotheken, musea en archieven hoeven de data op de lijst niet gratis beschikbaar te stellen, en overheidsbedrijven niet indien dit tot concurrentieverstoring in de betreffende markt zal leiden.
Sinds wanneer gelden de regels van de Open Data Richtlijn?
Lidstaten hebben vanaf 2019, twee jaar de tijd gekregen om de nieuwe Open Data Richtlijn om te zetten in hun nationale wetgeving. Dat betekent dat de nieuwe richtlijn op 17 juli 2021 moest zijn omgezet. In Nederland is dit nog niet gebeurd, redenen hiervoor zijn volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken het gebrek aan capaciteit en het prioriteren van de COVID-19 crisis. Waardoor de Open Data Richtlijn vanaf dat moment rechtstreeks toepasselijk werd. Dit betekent ook dat overheidsbedrijven die onder de oude richtlijn hergebruik overheidsinformatie vallen, sinds 17 juli 2021 verzoeken in behandeling dienen te nemen voor het hergebruik van bepaalde informatie.
De Europese regels voor het hergebruik van overheidsinformatie onder de verouderde PSI-richtlijn zijn in Nederland geïmplementeerd via de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who). De Open Data richtlijn vervangt de verouderde PSI-richtlijn. Het wetsvoorstel implementatie Open Data richtlijn heeft tot doel om ook deze richtlijn in de Who te implementeren.
Op 24 oktober 2022 heeft de Raad van State advies gegeven over het voorstel. Het adviesorgaan heeft verschillende opmerkingen bij het wetsvoorstel en adviseert hierdoor om het wetsvoorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer, tenzij de regering het voorstel aanpast.
Een van de opvallendste opmerkingen van de Afdeling advisering van de Raad van State heeft betrekking op de verplichting om gegevens uit wetenschappelijk onderzoek openbaar te maken en ter beschikking te stellen voor hergebruik. Volgens de Afdeling ontbreekt in het voorstel een onderbouwing van het nut en de noodzaak van deze verplichting. Verder stelt de Afdeling dat het onderwerp niet past in een wetsvoorstel dat alleen uitvoering geeft aan een Europese regeling. Het is nu aan de regering om te beslissen of het wetsvoorstel, met eventuele wijzigingen, ingediend wordt bij de Tweede kamer.
Meer informatie
Digitale Overheid, Kenniscentrum Europa Decentraal
Hergebruik overheidsinformatie, Kenniscentrum Europa Decentraal
Open data, Rijksoverheid
Wet hergebruik overheidsinformatie, Vereniging van Nederlandse Gemeenten