Ons waterschap is onder andere vaarwegbeheerder. Jaarlijks verlenen we een gelimiteerd aantal snelvaarontheffingen. Er is hiervoor een wachtlijst omdat de aanvragen de capaciteit overtreffen. Om vraag en aanbod meer met elkaar in balans te brengen, willen we nu de ontheffingafgifte beperken tot de inwoners van het beheersgebied van het waterschap. Is dat in strijd met de Europese vrij verkeersregels?
Antwoord
Ja. In dit geval kunnen alleen personen die in het beheersgebied van het waterschap wonen gebruik maken van de korting. Dit druist in tegen de principes van het vrije verkeer. Uit rechtspraak blijkt dat nationale maatregelen die een dergelijk woonplaatsvereiste opleggen als indirect discriminerende – en dus in principe verboden – maatregelen dienen te worden beschouwd.
Personen die op het grondgebied van een andere staat (of beheersgebied) wonen, worden op die manier immers in een minder gunstige positie gesteld dan zij die wel in het desbetreffende gebied wonen.
Uitzonderingsmogelijkheden
Er zijn echter wel uitzonderingsmogelijkheden om een dergelijke maatregel toch te rechtvaardigen. Hiervoor moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
– De regeling moet zonder discriminatie toegepast;
– De regeling moet worden gerechtvaardigd op grond van dwingende redenen van algemeen belang;
– De regeling moet noodzakelijk zijn;
– De regeling moet proportioneel zijn.
Discriminatie
Er is sprake van indirecte discriminatie op grond van nationaliteit als gebruik wordt gemaakt van onderscheidingscriteria die in feite tot hetzelfde resultaat leiden als discriminatie op grond van nationaliteit. Het moet gaan om onderscheidingscriteria die mogelijk hoofdzakelijk ten nadele van onderdanen van andere lidstaten werken (benadelingsvereiste).
Benadeling sommige groepen
Voor de kwalificatie van een maatregel als discriminerend is het niet noodzakelijk dat zij tot gevolg heeft dat alle eigen onderdanen worden begunstigd of dat enkel sommige groepen onderdanen van andere lidstaten (bijvoorbeeld alleen onderdanen die in een bepaalde gemeente/waterschap woonachtig zijn) worden benadeeld.
Het doet derhalve niet ter zake dat het gebruikte onderscheidingscriterium ook de in andere delen van het nationale grondgebied wonende onderdanen treft (in dit geval personen die niet in het beheersgebied van het waterschap wonen).
Rechtvaardigingsgronden
Niet alle (in)direct discriminerende of belemmerende maatregelen zijn op grond van het Europees recht verboden. Een discriminerende of belemmerende maatregel is alleen verboden als daarvoor geen rechtvaardiging bestaat. Binnen het Europees recht zijn twee soorten ‘rechtvaardigingsgronden’ te onderscheiden, namelijk die genoemd zijn in het VWEU en de ongeschreven rechtvaardigingsgronden (ook wel ‘rule of reason’ of ‘dwingende redenen van algemeen belang’ genoemd).
Direct onderscheid
Uit de jurisprudentie van het Hof volgt dat maatregelen die een direct onderscheid maken op grond van nationaliteit alleen kunnen worden gerechtvaardigd op grond van de in het verdrag genoemde redenen.
Maatregelen zonder onderscheid
Voor belemmerende maatregelen die geen directe of indirecte discriminatie op grond van nationaliteit behelzen (maatregelen zonder onderscheid) geldt dat ook ongeschreven rechtvaardigingsgronden kunnen worden aangevoerd.
Indirecte discriminatie
Ten aanzien van maatregelen die op indirecte wijze discrimineren (de regel om de ontheffingafgifte te beperken tot inwoners van het beheersgebied) is de jurisprudentie van het Hof niet eenduidig. Soms mogen deze wel worden getoetst aan de ongeschreven rechtvaardigingsgronden en in andere gevallen weer niet.
VWEU en jurisprudentie
De rechtvaardigingsgronden genoemd in het VWEU hebben betrekking op bescherming van de openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. De rule of reason ziet op rechtvaardigingsgronden die door het Hof in haar jurisprudentie zijn benoemd, maar het bevat een niet-uitputtende lijst. In principe komen alle (niet economische) dwingende redenen van algemeen belang in aanmerking.
Achterliggende gedachte
U moet dus nagaan wat de achterliggende gedachte is van het beleid dat het waterschap wil voeren. Wat is de reden om de ontheffingafgifte te beperken tot personen uit het beheersgebied van het waterschap? U kunt bijvoorbeeld denken aan milieubescherming of (water)verkeersveiligheid. Om een (indirect) discriminerende maatregel Europeesrechtelijk te rechtvaardigen is een objectieve (niet economische) rechtvaardiging nodig.
Noodzakelijk en proportioneel
De vraag die daarna dan nog gesteld moet worden is of de maatregel noodzakelijk en proportioneel is. Is het nodig om de ontheffingafgifte te beperken tot inwoners van het beheersgebied? Of zijn er ook minder vergaande maatregelen om hetzelfde doel te bereiken. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een systeem van loting, of wie het eerst komt, wie het eerst maalt etc.
Goede motivatie
Wanneer u een goede rechtvaardiging en motivatie voor de regeling heeft en voldoende kunt aantonen dat er geen andere, minder vergaande maatregelen zijn, om het nagestreefde doel te bereiken, dan is de maatregel mogelijk toegestaan.
Meer informatie:
Vrij verkeer, Europa decentraal
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal: