Onze gemeente wil haar eigen inwoners korting geven op de entree van het plaatselijke zwembad. Kan deze maatregel problemen opleveren met het Europees recht?
Antwoord
Ja, in dit geval kunnen alleen personen die in de gemeente wonen gebruik maken van de korting. Dit druist in tegen de principes van het vrije verkeer. Uit rechtspraak blijkt dat nationale maatregelen die een dergelijk woonplaatsvereiste opleggen als indirect discriminerende -en dus in principe verboden- maatregelen dienen te worden beschouwd. Personen die op het grondgebied van een andere staat (of gemeente) wonen, worden op die manier immers in een minder gunstige positie gesteld dan zij die wel in de desbetreffende gemeente wonen.
Er zijn echter wel uitzonderingen die mogelijk gebruikt kunnen worden om een dergelijke maatregel toch te rechtvaardigen.
Uitleg
Uit een uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Gebhard blijkt dat een maatregel hiervoor aan de volgende vier voorwaarden moet voldoen:
– Zonder discriminatie worden toegepast;
– Rechtvaardiging op grond van dwingende redenen van algemeen belang;
– Noodzakelijk;
– Proportioneel.
Zonder discriminatie
Er is sprake van indirecte discriminatie op grond van nationaliteit als gebruik wordt gemaakt van onderscheidingscriteria die in feite tot hetzelfde resultaat leiden als discriminatie op grond van nationaliteit. Het moet gaan om onderscheidingscriteria die mogelijk hoofdzakelijk ten nadele van onderdanen van andere lidstaten werken (benadelingsvereiste).
Voor de kwalificatie van een maatregel als discriminerend is het niet noodzakelijk dat zij tot gevolg heeft dat alle eigen onderdanen worden begunstigd of dat enkel sommige groepen onderdanen van andere lidstaten (bijvoorbeeld alleen onderdanen die in een bepaalde gemeente woonachtig zijn) worden benadeeld. Het doet derhalve niet ter zake dat het gebruikte onderscheidingscriterium ook de in andere delen van het nationale grondgebied wonende onderdanen treft (in uw geval de onderdanen die niet in de betreffende gemeente woonachtig zijn).
Rechtvaardigingsgronden
Echter, niet alle (in)direct discriminerende of belemmerende maatregelen zijn op grond van het Europees recht verboden. Een discriminerende of belemmerende maatregel is alleen verboden als daarvoor geen rechtvaardiging bestaat. Binnen het Europees recht zijn twee soorten rechtvaardigingsgronden te onderscheiden, namelijk die genoemd zijn in het Verdrag en de zogenaamde ongeschreven rechtvaardigingsgronden (ook wel ‘rule of reason’ of ‘dwingende redenen van algemeen belang’ genoemd).
Bescherming van openbare orde en veiligheid en volksgezondheid
Als we het hebben over de rechtvaardigingsgronden genoemd in het Verdrag dan hebben we het over bescherming van de openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. De rule of reason ziet op rechtvaardigingsgronden die door het Hof in haar jurisprudentie zijn benoemd, maar het bevat een niet-uitputtende lijst. In principe komen alle (niet economische) dwingende redenen van algemeen belang in aanmerking. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan sociale redenen.
Ongeschreven rechtvaardigingsgronden
Hoewel de jurisprudentie van het Hof niet eenduidig is ten aanzien van maatregelen die op indirecte wijze discrimineren, zoals de kortingsregeling voor het zwembad, mogen deze soms wel worden getoetst aan de ongeschreven rechtvaardigingsgronden.
Achterliggende gedachte
Voor de vraag of het toegestaan is om eigen inwoners korting te geven op het zwembad zult u na moeten gaan wat de achterliggende gedachte is van het beleid dat in uw gemeente wordt gevoerd. Wat is de rechtvaardiging van de kortingsregeling?
Men kan bijvoorbeeld aan ‘bescherming van de volksgezondheid’ denken. Als gemeente wilt u stimuleren dat mensen gaan sporten. Ook sociaal beleid zou een achterliggende gedachte kunnen zijn. Zo kan de gemeente sociale uitsluiting willen tegengaan en iedereen uit de gemeente de kans bieden naar het zwembad te gaan.
Noodzakelijk en proportioneel
De vraag die daarna dan nog gesteld moet worden is of de maatregel (de korting) noodzakelijk en proportioneel is. Is de korting voor eigen inwoners noodzakelijk om sport te bevorderen? Is de korting noodzakelijk om sociale uitsluiting tegen te gaan? Of zijn er ook minder vergaande maatregelen om hetzelfde doel te bereiken.
Wanneer u een goede rechtvaardiging en motivatie heeft voor de kortingsregeling en u kunt voldoende aantonen dat er geen andere, minder vergaande maatregelen zijn, om het nagestreefde doel te bereiken, dan is de maatregel mogelijk toegestaan.
Meer informatie:
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal: