Praktijkvraag

Laatste update: 8 juni 2020

Door:


We hebben begrepen dat de gewijzigde Kaderrichtlijn Afvalstoffen voorschrijft dat we het gft-afval in onze gemeente gescheiden inzamelen vanaf 2024? Zijn hier ook uitzonderingen op?
Antwoord in het kort

Het klopt inderdaad dat de recent gewijzigde Kaderrichtlijn afvalstoffen voorschrijft dat bioafval (waaronder gft valt) vanaf 2024 gescheiden ingezameld moet worden, of dat het bioafval aan de bron gescheiden en gerecycled wordt. Echter, de kaderrichtlijn kent verschillende afwijkingsgronden voor de gescheiden inzameling, bijvoorbeeld als dit niet technisch haalbaar is of buitensporig hoge economische kosten met zich meebrengt. Dit kan het geval zijn voor de gescheiden gft inzameling in de binnenstad van sommige steden.

Wijziging Kaderrichtlijn Afvalstoffen

In 2018 is de bestaande Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EG) gewijzigd via Wijzigingsrichtlijn 2018/851/EU. De Kaderrichtlijn moet hierdoor moderner, doelgerichter en efficiënter worden. Zo zijn er belangrijke begrippen aangepast en toegevoegd en zijn er nieuwe inzamelings-, recycling- en hergebruikdoelstellingen voor afvalstoffen geïntroduceerd. Ook zijn de bepalingen ten aanzien van producentenverantwoordelijkheid en einde-afvalcriteria verder uitgebreid.

In deze Praktijkvraag wordt ingegaan op de specifieke wijzigingen ten aanzien van groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval). Meer informatie over de overige wijzigingen vindt u hier.

Definitie van bioafval

In de kaderrichtlijn wordt niet gesproken over gft-afval maar over bioafval. De definitie van bioafval is: biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandel, kantines, cateringfaciliteiten en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie (artikel 3 lid 4 Kaderrichtlijn afvalstoffen). De definitie van bioafval is door de wijzigingsrichtlijn uitgebreid met bioafval van kantoren, groothandels en kantines. Gft-afval viel al onder de definitie van bioafval. Over hoe deze definitie in Nederland uitwerkt leest u meer onder het kopje Implementatie in Nederland.

Gescheiden inzameling

Artikel 22 lid 1 van de gewijzigde Kaderrichtlijn afvalstoffen introduceert een tweetal mogelijkheden voor het beheer van bioafval. Bioafval moet uiterlijk 31 december 2023 aan de bron worden gescheiden en gerecycled, of gescheiden worden ingezameld. Bij het aan de bron scheiden en recyclen, kan bijvoorbeeld gedacht worden aan thuis composteren.
Er zijn echter wel uitzonderingen mogelijk op de hierboven genoemde bioafval beheeropties. Er wordt in artikel 22 namelijk verwezen naar artikel 10 lid 3 van de Kaderrichtlijn. Hierin wordt uiteengezet op welke gronden lidstaten mogen afwijken van de gescheiden inzameling van bepaalde afvalstromen.

Uitzonderingsgronden:

  1. het inzamelen van bepaalde soorten afval is niet van invloed op het potentieel ervan om overeenkomstig artikel 4 voorbereiding voor hergebruik, recycling of andere behandelingen voor nuttige toepassing te ondergaan en levert een output van die handelingen op waarvan de kwaliteit vergelijkbaar is met die welke door middel van gescheiden inzameling wordt bereikt;
  2. gescheiden inzameling levert niet de beste milieuresultaten op als de algehele milieueffecten van het beheer van de desbetreffende afvalstromen in aanmerking worden genomen;
  3. gescheiden inzameling is technisch niet haalbaar wanneer rekening wordt gehouden met goede praktijken op het gebied van afvalinzameling;
  4. gescheiden inzameling zou buitensporig hoge economische kosten meebrengen, rekening houdend met de kosten van negatieve milieu en gezondheidseffecten van gemengde afvalinzameling en -verwerking, het potentieel voor efficiëntieverbeteringen op het gebied van afvalinzameling en -verwerking, inkomsten uit de verkoop van secundaire grondstoffen alsook de toepassing van het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ en uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Op grond van deze bovenstaande redenen is het dus mogelijk af te wijken van de gescheiden inzameling van bioafval. Van belang te vermelden is dat er in artikel 10 lid 3 aangegeven wordt dat, als er afgeweken wordt van de gescheiden inzameling op basis van de bovenstaande redenen, dit wel regelmatig door de lidstaten getoetst moet worden, rekening houdend met goede praktijken op het gebied van de gescheiden inzameling van afval en andere ontwikkelingen op het gebied van afvalbeheer.

Implementatie in Nederland

Implementatie wijzigingsrichtlijn 2018/851/EU

De wijzigingsrichtlijn 2018/851/EU moest op 5 juli 2020 in nationale wetgeving zijn geïmplementeerd. In Nederland vindt dit voornamelijk plaats door middel van de Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen, welke in beginsel op 1 juli 2020 in werking trad. Deze implementatiewet voorziet hoofdzakelijk in wijzingen van de Wet milieubeheer (Wm). Daarnaast zijn er diverse algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) en ministeriële regelingen aangekondigd ter implementatie van de Kaderrichtlijn.
Zo is er een ontwerpbesluit Regeling uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgesteld ter implementatie van de algemene minimumvereisten voor regelingen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (artikel 8 bis Kaderrichtlijn afvalstoffen) en een amvb gericht op de gescheiden inzameling van bepaalde stromen van huishoudelijk afval, waaronder ook bioafval.

Hieronder wordt dieper ingegaan op de implementatie van aan bioafvalgerelateerde bepalingen uit de Kaderrichtlijn in Nederlandse implementatiewetgeving.

Definitie van bioafval

De definitie van bioafval was tot nu toe niet opgenomen in de Wet milieubeheer (Wm), omdat deze definitie uit de Kaderrichtlijn alleen relevant was voor de monitoring en rapportering van Nederland als lidstaat aan de Europese Commissie.
Met de wijzigingsrichtlijn is echter een gescheiden inzamelingsplicht geïntroduceerd voor bioafval. Vandaar dat de definitie van bioafval uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen opgenomen moet worden in (artikel 1.1 lid 1 van) de Wm. In de Memorie van toelichting op de wijziging van de Wm i.v.m. de implementatie van Richtlijn 2018//851/EU wordt benadrukt dat er geen verschil beoogd wordt tussen het begrip bioafval en het begrip gft dat tot nu toe in de Wm gebruikt werd. Gft-afval valt dus onder de definitie van bioafval.

Gescheiden inzameling van bioafval

De bepalingen ten aanzien van de inzameling van huishoudelijk afval staan in titel 10.4 Wm. Artikel 10.21 Wm lid 2 bepaalt dat groente-, fruit- en tuinafval in ieder geval afzonderlijk wordt ingezameld door de gemeente. Hier kan door de gemeente van worden afgeweken ‘in het belang van het doelmatig beheer’ door bijvoorbeeld te besluiten in een bepaald gedeelte van het gemeentelijk grondgebied geen gft-afval in te zamelen (artikel 10.26 lid 1, sub c). De gescheiden inzameling van gft betreft dus een al bestaande verplichting in Nederland. Echter, de afwijkingsbepalingen in de Wm (belang doelmatig beheer) komen niet overeen met de afwijkingsmogelijkheden in art. 10 lid 3 van de gewijzigde Kaderrichtlijn.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kondigt dan ook aan om een amvb vast te stellen waarin alle nationale regelgeving inzake gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen zal worden samengevoegd. Het concept van deze amvb, het verzamelbesluit implementatie Kaderrichtlijn afvalstoffen, stond in 2019 open ter consultatie. Door de invoering van deze amvb zullen artikelen 10.21 lid 2 en artikel 10.26, onderdelen d en e, van de Wet milieubeheer worden geschrapt. In plaats daarvan wordt in artikel 1 lid 1 sub a, van het verzamelbesluit aangegeven dat gemeenten zorg dragen voor de gescheiden inzameling van bioafval. Verder wordt in artikel 2 lid 1, sub a van het verzamelbesluit verwezen naar de uitzonderingsmogelijkheden voor gescheiden inzameling van bioafval uit artikel 10 lid 3 van de kaderrichtlijn. Deze amvb zal op een nader te bepalen moment in werking treden. Het is nu nog niet bekend wanneer dit zal zijn. Tot dat moment zal de huidige gescheiden inzamelverplichting voor gft op grond van artikel. 10.26 Wm worden gehandhaafd.

Door:

Jos Pees, Kenniscentrum Europa decentraal

Bronnen:

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – Memorie van toelichting (herdruk)Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150) (Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen)
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Verzamelbesluit (amvb) implementatie Kra
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Ontwerpbesluit ter implementatie van de minimumeisen uitgebreide producentenverantwoordelijkheid