De coalitiepartijen hebben ingestemd met het – in het regeerakkoord aangekondigde – experiment waarin in een aantal gemeenten ervaring zal worden opgedaan met een gesloten cannabisketen. Bij onze gemeente vragen wij ons af wat voor effect een dergelijke gesloten cannabisketen, waarbij het telen en distribueren van cannabis gedecriminaliseerd wordt, kan gaan hebben op terreinen zoals openbare orde, veiligheid en criminaliteit. Daarnaast vragen wij ons af of er in het experiment specifiek aandacht zal worden besteed aan grensoverschrijdende aspecten?
Antwoord in het kort
Een gesloten cannabisketen leidt naar verwachting tot een afname van criminaliteit en overlast en een toename van veiligheid (op lokaal niveau). Bij de uitvoering van het experiment zal rekening worden gehouden met mogelijke grensoverschrijdende effecten. Vooraf zijn deze effecten niet in kaart te brengen. Het experiment is echter vermoedelijk in strijd met het geldende internationale en Europees recht.
Adviescommissie ‘Experiment gesloten coffeeshopketen’
Nederland telt momenteel 573 coffeeshops, verspreid over 103 gemeenten. In Nederland bestaat een gedoogbeleid dat consumptie van cannabis en verkoop door coffeeshops toelaat, maar de productie en de distributie naar coffeeshops verbiedt. Lokale bestuurders constateren al langere tijd dat de inrichting van de huidige cannabisketen – met een ‘gedoogde voordeur’ en een ‘illegale achterdeur’ van coffeeshops – problemen oplevert voor de openbare orde en veiligheid en risico’s voor de volksgezondheid.
Het kabinet heeft daarom een commissie ingesteld om te adviseren over de vormgeving van een experiment inzake het verantwoord en gedecriminaliseerd telen, vervoeren en verkopen van cannabis en om onderzoek te doen naar de mogelijke effecten van zo’n gesloten keten op onder meer criminaliteit, veiligheid en overlast. Met een gesloten keten wordt gedoeld op het voorkomen van het wegvloeien van cannabis uit de gecontroleerde keten naar het illegale circuit en van inmenging vanuit dit circuit. Decriminaliseren houdt in dat wetgeving zodanig wordt aangepast dat teelt, distributie en verkoop van cannabis onder bepaalde voorwaarden niet langer strafbaar zijn.
Europees recht
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft in een advies aangegeven dat het voorgenomen experiment vermoedelijk in strijd is met het geldende internationale en Europees recht. In internationale verdragen over verdovende middelen en de Europese Schengenuitvoeringsovereenkomst en het daaruit voortvloeiende Kaderbesluit illegale drugshandel zijn regels opgenomen over de teelt en verkoop van cannabis. Lidstaten zijn daardoor verplicht om de teelt en verkoop van cannabis te verbieden en te bestrijden. Een uitzondering hierop is slechts in één situatie mogelijk, namelijk wanneer cannabis ingezet wordt voor geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden. De ruimte om met het toelaten van teelt, de aflevering en de verkoop van cannabis voor recreatief gebruik te experimenteren is zeer beperkt, zo niet afwezig.
Tegelijkertijd onderkent de Afdeling de cannabisproblematiek en constateert zij dat de regering beoogt door middel van het voorgestelde experiment te onderzoeken of een alternatief voor het huidige, weinig effectieve beleid mogelijk is. Dit is in het belang van de volksgezondheid, criminaliteitsbestrijding en openbare orde: doelen die ook ten grondslag liggen aan de VN-drugsverdragen en het Europees recht.
Criminaliteit
Uit het rapport ‘Een experiment met een gesloten cannabisketen’ van de adviescommissie uit juni 2018 blijkt dat het sluiten van de cannabisketen waarschijnlijk zal leiden tot een vermindering van de cannabisgerelateerde criminaliteit. Een onbeantwoorde vraag is of een vermindering van de cannabisgerelateerde criminaliteit ook gepaard gaat met een vermindering van de totale criminaliteit. De criminaliteit rond cannabisproductie en -handel zou zich kunnen verplaatsen naar andere typen drugscriminaliteit. Bovendien zijn er aanwijzingen dat de verwevenheid van drugscriminaliteit met mensenhandel en illegale prostitutie groot is.
Het is van belang om tijdens het experiment de omvang van cannabisgerelateerde criminaliteit zo goed mogelijk te monitoren. Dit kan aan de hand van verschillende gegevens die het Openbaar Ministerie en de politie registreren. Te denken valt aan het aantal gevallen van inbeslagname van cannabis, handel in softdrugs, cannabisgerelateerde branden, ontmantelingen van wietkwekerijen en hoeveelheden gestolen energie.
De adviescommissie raadt daarnaast aan om door middel van vragenlijsten of interviews met bijvoorbeeld gemeenteambtenaren en lokale politiefunctionarissen informatie te verzamelen over straathandel en andere illegale verkoop van cannabis, zowel in gemeenten waar het experiment zal plaatsvinden als in controlegemeenten.
Veiligheid en overlast
De illegale teelt van cannabis gaat gepaard met overlast en onveiligheid. Vooral wanneer er sprake is van bedrijfsmatige teelt in woningen zijn er voor de omwonenden aanzienlijke veiligheidsrisico’s, zoals brand of instortingsgevaar. Welzijn en gezondheid van omwonenden kunnen daarnaast worden aangetast door bijvoorbeeld waterlekkage, vervuiling van leidingwater, koolmonoxide, bestrijdingsmiddelen en schimmelvorming. Gereguleerde teelt kan deze problemen wegnemen.
De ontwikkelingen met betrekking tot de overlast op decentraal niveau kunnen gedurende het experiment gevolgd worden door:
- vragenlijsten uit te zetten over onveiligheid en overlast die wordt ervaren binnen gemeenten;
- observaties, voorafgaand aan het sluiten van de keten en periodiek daarna;
- het bijhouden van de frequentie van de door de politie geregistreerde incidenten van ‘overlast in verband met (alcohol en) drugs’.
Grensoverschrijdend effecten
In de lidstaten gelden er verschillende regels en een eigen aanpak met betrekking tot de consumptie en distributie van cannabis. Aangezien ook andere Europese landen zoekende zijn naar een goed cannabisbeleid kunnen de effecten van het Nederlandse experiment van de gesloten cannabisketen relevant zijn voor meerdere landen binnen de Europese Unie.
Bij de effectmetingen van het experiment in Nederland zullen tevens eventuele grensoverschrijdende effecten in België, Duitsland en Noord-Frankrijk in kaart worden gebracht. De adviescommissie raadt de regering aan om in contact te blijven met de regeringen van de bovengenoemde landen over de mogelijke implicaties van het experiment, relevante effectmetingen en eventueel noodzakelijke afspraken op het gebied van toezicht en handhaving.
Of in de grenseffectenmeting ook aandacht zal uitgaan naar effecten op aangrenzende Europese beleidsterreinen of rechtsgebieden (zoals mededinging en privacy) is nog niet bekend. Gemeenten die Europese beleidsmatige of Europeesrechtelijke knelpunten ervaren of voorzien kunnen deze melden bij het Signaleringsloket van Europa decentraal.
Meer informatie:
Valt het coffeeshopbeleid onder de reikwijdte van de dienstenrichtlijn?, praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal