Voldoet een steunmaatregel aan de vijf cumulatieve staatssteuncriteria, dan moet deze maatregel volgens de Europese staatssteunregels worden aangemeld bij de Europese Commissie (artikel 108, lid 3 VwEU). Een gemeente, provincie of waterschap kan echter onderzoeken of de steun mogelijk vrijgesteld kan worden van deze aanmeldingsplicht. Wordt er steun verleend in de landbouwsector? Dan kan de gemeente, provincie of waterschap mogelijk gebruik maken van de Landbouwvrijstellingsverordening, ook wel de LVV genoemd (Verordening (EU) nr. 702/2014).
Maar voor welke categorieën steun in de landbouwsector is de LVV precies te gebruiken? En welke voorwaarden worden er in deze Verordening gesteld? En als steun niet hoeft te worden gemeld bij de Europese Commissie, welke procedure dient er dan wel gevolgd te worden? Op deze pagina vindt u een antwoord op deze vragen.
Update: Nieuwe LVV
De Europese Commissie heeft aangekondigd dat vanaf 1 januari 2023 een nieuwe LVV geldt. Een van de belangrijkste wijzigingen is de termijn voor het afronden van de kennisgevingsprocedure: Dit wordt twintig werkdagen na inwerkingtreding van de steunmaatregel. Raadpleeg voor meer informatie de website van de Europese Commissie. Deze pagina zal begin 2023 worden geüpdatet met informatie over de nieuwe LVV.
Wanneer kan de LVV toegepast worden?
De LVV is volgens artikel 1, lid 1 daarvan op de volgende steuncategorieën van toepassing:
- steun aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (sub a) die actief zijn in de landbouwsector, met name de primaire landbouwproductie, de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten zoals genoemd in i) en voor activiteiten zoals genoemd in ii);
- steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven (sub b);
- steun voor het herstel van de schade als gevolg van natuurrampen in de landbouwsector (sub c);
- steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector (sub d);
- steun voor bosbouw (sub e).
Welke voorwaarden stelt de LVV aan het verlenen van steun?
Om steun te verlenen op basis van één van de steuncategorieën uit de LVV dient er te worden voldaan aan de algemene voorwaarden van de LVV uit hoofdstuk 1 daarvan en aan de specifieke voorwaarden van het toepasselijke artikel uit hoofdstuk 3 (artikel 3). Steun onder de LVV kan in verschillende vormen toegepast worden, waaronder rentesubsidies, leningen en garantieregelingen. Zowel ad-hocsteun als steunregelingen, op grond waarvan meermaals steun kan worden verleend, kunnen staatssteunproof worden gemaakt met de LVV.
Algemene voorwaarden
In hoofdstuk 1 van de LVV worden een aantal algemene voorwaarden genoemd waaraan steunverlening onder de LVV aan moet voldoen:
- Steun is alleen toegestaan indien dit transparant is en kan worden toegepast zonder dat er een risicoanalyse hoeft te worden uitgevoerd. Een aantal categorieën wordt hoe dan ook als transparant beschouwd (artikel 5);
- Bij de meeste vormen van steunverlening moet er sprake zijn van een stimulerend effect (artikel 6). Steun wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit aanvangen, bij de betrokken lidstaat een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend;
- Er wordt uitgegaan van brutobedragen, dus voor aftrek van de belasting. In het geval er geen sprake is van een subsidie moet het brutosubsidie-equivalent (BSE) gebruikt worden (artikel 7). Voor bijzondere vormen van steun gelden nog overige voorwaarden die in deze bepaling zijn terug te vinden. Voor het berekenen van het steunelement kan gebruik worden gemaakt van de Staatssteun Calculator van Kenniscentrum Europa decentraal;
- De decentrale overheid dient rekening te houden met cumulatie (artikel 8). Als er voor dezelfde kosten steun is toegekend door bijvoorbeeld andere overheden, dan mag het totale bedrag het toepasselijke plafond niet overschrijden;
- Er mag geen steun worden verleend aan ondernemingen in financiële moeilijkheden (artikel 1, lid 6);
- Er mag geen steun worden verleend aan ondernemingen waarbij er een bevel tot terugvordering van eerder (onrechtmatig) toegekende steun uitstaat (artikel 1, lid 5 sub a) en b), Deggendorf-clausule).
Procedurele voorwaarden
De volgende procedurele voorwaarden gelden voor het verlenen van steun op grond van de LVV:
- Termijnen
Onder de LVV moet steun tien werkdagen vóór de datum van de verlening van ad-hocsteun kennis worden gegeven of tien dagen vóór de inwerkingtreding van een steunregeling (artikel 9). Kenniscentrum Europa decentraal ondersteunt, in opdracht van het ministerie van BZK, provincies en gemeenten bij het doorlopen van een kennisgevingsprocedure. Voor waterschappen is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het aanspreekpunt; - Clausules
In de steunregelingen en beschikkingen van ad-hocsteunmaatregelen moet de zogenaamde ‘Deggendorf-clausule’ worden opgenomen. Hierin wordt betaling van steun aan een onderneming uitgesloten wanneer eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt (artikel 1, lid 6). Tegen de onderneming is in dit geval een terugvorderingsbevel gegeven. Ontbreekt deze clausule, dan kan er geen beroep gedaan worden op de LVV; - Publicatie
Bij de inwerkingtreding van een steunmaatregel, moet de decentrale overheid de tekst van de steunmaatregel op haar website of digitaal publicatieblad publiceren. Dat geldt ook voor beschikkingen van ad-hocsteun (artikel 9); - Verslaglegging
Decentrale overheden moeten over een periode van tien jaar een dossier bijhouden over steunmaatregelen die onder de LVV worden gebracht (artikel 13); - Rapportage
Verder moeten decentrale overheden jaarlijks over de uitgaven rapporteren(artikel 12); - Transparantie
In het kader van transparantie moet bij steunverlening op grond van een beschikking of een regeling, waarbij de drempels worden overschreden die in artikel 9, lid 2, onderdeel c zijn vastgelegd, eveneens de aanvullende gegevens genoemd in bijlage III gepubliceerd worden. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de transparency aid module(TAM); - Verwijzing
Wanneer er van de LVV gebruik gemaakt wordt, moet expliciet worden verwezen naar het Publicatieblad van de Europese Unie (artikel 9, lid 5). Concreet wil dit zeggen dat in de subsidieregeling of ad-hocbeschikking het volgende moet worden vermeld: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L193/1 van 1.7.2014.
Specifieke voorwaarden
Steunverlening onder de LVV dient vervolgens ook te voldoen aan de specifieke voorwaarden gesteld in de toepasselijke bepaling . Voor iedere categorie gelden afzonderlijke bepalingen ten aanzien van de steunintensiteiten, de hoogte van de steun en de criteria waaraan moet worden voldaan.
Welke procedure dient er te worden gevolgd bij steunverlening op grond van de LVV?
Steunmaatregelen die onder de LVV vallen, hoeven niet ter goedkeuring gemeld te worden bij de Commissie. Kennisgeving en rapportage zijn echter wel verplicht. Uiterlijk tien werkdagen voordat de steunregeling in werking treedt of de ad-hocsteun verleend wordt, moet de kennisgeving bij de Europese Commissie zijn afgerond. Als een gemeente of provincie tot de conclusie komt dat steun verleend kan worden op grond van de LVV en er een kennisgevingsprocedure gestart moet worden, dan moet er contact worden opgenomen met Kenniscentrum Europa decentraal.
In onze kennisgevingsbarometer vindt u meer informatie over de toepassing van de LVV door decentrale overheden.
Meer weten over de landbouwvrijstellingsverordening?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en heeft u een vraag over de Landbouwvrijstellingsverordening? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal: