Europees recht en beleid

Laatste update: 18 augustus 2022

Contact:


De eisen voor afvalwater zijn belangrijk voor het bereiken van een goede toestand van het water. De minimumeisen worden daarom ook wel gezien als een basismaatregel in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW; Richtlijn 2000/60, meer informatie op onze hoofdpagina waterbeheer).

Afvalwater speelt daarnaast een belangrijke rol in de circulaire economie. Bij de behandeling van afvalwater kunnen er grondstoffen en nutriënten uit worden teruggewonnen. Deze kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld in de landbouw. Om het veilige hergebruik ervan te kunnen waarborgen heeft de EU regels voor het hergebruik van zuiveringsslib en afvalwater opgesteld. 

Circulaire Economie & de Green Deal 

Afvalwater speelt een belangrijke rol in de overgang naar de circulaire economie. Waterschaarste wordt in veel lidstaten namelijk een steeds groter probleem. Efficiënt watergebruik is daarom van belang. Door gezuiverd afvalwater her te gebruiken kan het gebruik van water uit waterlichamen en het gebruik van grondwater worden beperkt; daardoor kan er worden gezorgd voor voldoende grondwater zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Gezuiverd afvalwater en de gezuiverde nutriënten kunnen ook worden hergebruikt. In 2022 komt de Commissie dan ook met een actieplan voor geïntegreerd nutriëntenbeheer. 

Europees Afvalwaterbeleid 

Richtlijn behandeling Stedelijk Afvalwater 

De regels voor de behandeling van stedelijk afvalwater zijn hoofdzakelijk vastgelegd in de Richtlijn stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271). Deze Richtlijn bevat definities, principes, doelstellingen en behandelingsmethoden voor de verschillende soorten afvalwater. 

Stedelijk afvalwater omvat volgens de Richtlijn Stedelijk afvalwater (91/271) zowel huishoudelijk afvalwater als mogelijke combinaties van huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en afvloeiend hemelwater.

De Richtlijn maakt onderscheid tussen primaire, secundaire en verdergaande zuivering van stedelijk afvalwater. De Richtlijn verplicht lidstaten om in stedelijke gebieden met tenminste 2 000 inwoners het lokale afvalwater op te vangen. Het zuiveringsniveau hangt vervolgens af van de kwetsbaarheid van het water waarin het afvalwater wordt geloosd. In de praktijk blijkt dat de helft van alle lidstaten hun volledige grondgebied als kwetsbaar gebied hebben aangemerkt. 

Verder stelt de Richtlijn eisen aan het opvangsysteem – het rioolstelsel- de waterzuiveringsinstallaties, industrieel afvalwater en zuiveringsslib. 

Stand van Zaken 

De Commissie heeft in 2019 de Richtlijn stedelijk afvalwater geëvalueerd. Uit de beoordeling blijkt dat de Richtlijn zeer effectief is gebleken. Wel bleken er enkele factoren te zijn die de effectiviteit van de Richtlijn verminderen. De Richtlijn is namelijk enigszins gedateerd en gaat hierdoor niet in op uitdagingen die ontstaan door klimaatverandering. Overstromingen van regenwater worden bijvoorbeeld alleen in een voetnoot van de Richtlijn genoemd. ‘Urban runoff’ (stedelijke afstroming) wordt alleen beschreven in relatie tot gecombineerd rioolwater. Verder bevat de Richtlijn beperkte mogelijkheden voor de circulaire economie. Ook bevat het geen bepalingen voor energie-efficiëntie en de behandeling van opkomende zorgwekkende stoffen zoals geneesmiddelen en microplastics. Daarnaast wijst de evaluatie op enkele algemene gebreken. Zo maken kleine agglomeraties en niet-verbonden woningen die zich buiten agglomeraties bevinden, inhoudelijk geen deel uit van de Richtlijn. 

Naar verwachting komt de Commissie in 2022 met voorstellen om deze Richtlijn te moderniseren. Hierbij wordt waarschijnlijk ingegaan op onderwerpen zoals verdere verstedelijking, klimaatverandering en verontreinigende stoffen. 

Richtlijn zuiveringsslib 

Door de uitvoering van de Richtlijn stedelijk afvalwater neemt de hoeveelheid zuiveringsslib toe. Zuiveringsslib is het restproduct na afvalwaterzuivering. Omdat zuiveringsslib rijk is aan nutriënten en organische stoffen kan het worden hergebruikt in de landbouw, als bodemverbeteraar. Het is daarmee een alternatief voor chemische meststoffen. Om het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw te regelen en een juist gebruik ervan te bevorderen is Richtlijn 86/278 opgesteld. De Richtlijn stelt onder andere vast dat het slib ten minste om de zes maanden dient te worden geanalyseerd. Daarnaast legt de Richtlijn grenswaarden voor de concentratie van metalen vast. De Richtlijn verplicht lidstaten tevens bij te houden hoeveel slib geproduceerd is, welke behandelingsmethode het heeft ondergaan en de plaatsen waar het slib wordt gebruikt. 

Stand van Zaken

De Richtlijn is in 2014 geëvalueerd in het kader van de evaluatie van meerdere afvalrichtlijnen. Uit deze evaluatie bleek dat de Richtlijn doeltreffend is geweest bij het bereiken van de beleidsdoelstellingen. Naar verwachting komt de Commissie in 2022 met voorstellen om de Richtlijn zuiveringsslib te moderniseren.

 Green Deal en de Circulaire Economie 

De Richtlijn Zuiveringsslib (Richtlijn 86/278) en de Richtlijn stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271) worden in het kader van de Green Deal (2020) en het actieplan voor de Circulaire Economie (2020) herzien. Bij deze herziening wordt er onder andere gekeken naar duurzame alternatieven voor het zuiveren van afvalwater, zoals het gebruik van algen. Ook wordt er gekeken hoe afvalwater kan bijdragen aan de productie van hernieuwbare energie. Verder wordt de circulaire potentie van afvalwater beoordeeld. Bijvoorbeeld hoe nutriënten uit het afvalwater gezuiverd kunnen worden en hoe slib kan worden hergebruikt. Daarnaast zullen opkomende verontreinigende stoffen zoals microplastics en geneesmiddelen worden aangepakt. De herziening van deze Richtlijn wordt tegelijkertijd met de Richtlijn Industriële Emissies (RIE-richtlijn 2010/75/EU) gedaan. 

Hergebruik van afvalwater 

Water is een schaarse grondstof. Om hergebruik van water mogelijk te maken, zijn er regels en minimumeisen voor het hergebruik van afvalwater opgesteld.

Verordening (2020/741) is van toepassing op het hergebruik van gezuiverd stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie. Deze Richtlijn stelt minimumeisen aan de waterkwaliteit van herbruikbaar water en legt de mogelijke irrigatiemethoden vast. Ook specificeert het voor welke gewascategorieën het water mag worden hergebruikt. 

Voor de productie en levering van teruggewonnen water is een vergunning nodig. Onderdeel van de vergunning is een risicobeheerplan dat de terugwinningsinstallatie en andere verantwoordelijke partijen en gebruikers moeten opstellen. Hierbij moet onder andere worden beschreven wat de risico’s zijn voor het milieu en de volksgezondheid. In het risicobeheerplan moet ook rekening worden gehouden met de vereisten en verplichtingen uit andere richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water (2000/60), de Drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 98/83), de Grondwaterrichtlijn (2006/118) en de Richtlijn Prioritaire Stoffen (2008/105)

Stand van Zaken

De regels voor de minimumeisen voor hergebruik van water zijn vastgelegd in een Verordening en zijn daarmee rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat. In Verordening 2020/741 is vastgelegd dat de regels voor hergebruik van gezuiverd stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie met ingang van 26 juni 2023 van toepassing zullen zijn.

Nationaal afvalwaterbeleid 

Stedelijk afvalwater 

De Richtlijn Behandeling van stedelijk afvalwater is in Nederland geïmplementeerd in de Waterwet (wat betreft directe lozingen) en de Wet milieubeheer (wat betreft indirecte lozingen). Tevens gelden het Besluit lozing afvalwater huishoudens, het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit lozen buiten inrichtingen

Nederland heeft het hele grondgebied aangewezen als een kwetsbaar gebied waardoor de eisen met betrekking tot verdergaande zuivering van toepassing zijn. Daarnaast geldt op grond van de wet milieubeheer de voorkeursvolgorde voor afvalwater. Dit principe geeft aan hoe er met afvalwater moet worden omgegaan: in eerste instantie moet het ontstaan van afvalwater worden voorkomen. Vervolgens moet afvalwater zo min mogelijk verontreiniging bevatten.

Zuiveringsslib 

In Nederland wordt zuiveringsslib niet hergebruikt in verband met milieueisen en de concurrentie met dierlijke mest. Zo zijn er zorgen rondom PFAS en microplastics. Zuiveringsslib wordt daarom in Nederland verbrand. 

Hergebruik van afvalwater 

In Nederland is er geen specifiek beleid dat kwaliteitseisen stelt aan het gezuiverde afvalwater voor gebruik als irrigatiewater in de landbouw. Gezuiverd afvalwater voldoet aan de vereisten uit de Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Lidstaten kunnen aanvullende voorwaarden stellen voor de waterkwaliteit, bijvoorbeeld op het gebied van zware metalen en zorgwekkend wordende stoffen. 

In het Grondstoffenakkoord en het Interbestuurlijk Programma is als doel gesteld om uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te brengen. IPO, de VNG en UvW maken deel uit van het uitvoeringsprogramma circulaire economie. 

Decentrale relevantie 

Gemeenten en waterschappen dragen zorg voor stedelijk afvalwater. Gemeenten dragen op grond van de Wet Milieubeheer en de Waterwet zorg voor de inzameling van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Gemeenten geven hier invulling aan in het gemeentelijk rioleringsplan. De eisen die de Richtlijn Stedelijk afvalwater stelt aan de opvangsystemen voor afvalwater zijn dus relevant voor gemeenten. Opvangsystemen moeten bijvoorbeeld lekkages voorkomen en verontreiniging beperken. 

Waterschappen dragen op grond van de Waterwet zorg voor de zuivering van afvalwater. De eisen die de Richtlijn Stedelijk Afvalwater stelt aan het afvalwater, behandelingsmethoden en waterzuiveringsinstallaties zijn van toepassing op waterschappen. De Richtlijn stelt bijvoorbeeld eisen aan het aantal monsters en aan de biologische en chemische toestand van het gezuiverde afvalwater. In het kader van de circulaire economie werken de Nederlandse waterschappen samen via de energie- en grondstoffenfabriek (Waterfabriek). Dit is een initiatief van de waterschappen om energie en grondstoffen uit afvalwater terug te winnen. 

Provincies kunnen in een provinciale milieuverordening (PMV) aanvullende eisen stellen bij waterlozingen op de bodem. Zo’n verordening wijst gebieden aan waar aanvullende eisen gelden ten opzichte van de algemene regels, bijvoorbeeld grondwaterbeschermingsgebieden. 

Verder zullen decentrale overheden waarschijnlijk betrokken worden bij de uitvoering van de verplichtingen van de Verordening Minimumeisen hergebruik van water. Zo zullen decentrale overheden te maken krijgen met het opstellen van de risicobeheerplannen, het verstrekken van vergunningen en het controleren op de naleving van de gestelde eisen.