Europees recht en beleid

Laatste update: 7 februari 2023

Contact: en


Om mens en milieu te beschermen tegen de risico’s van chemische stoffen is er uitgebreide EU-wetgeving op dit gebied. De Europese regels op het gebied van risicovolle stoffen zijn hoofdzakelijk vastgelegd in de REACH verordening, de Kaderrichtlijn Water, de POP verordening en de Richtlijn Industriële Emissies (RIE-Richtlijn). Deze verordening en richtlijnen hanteren verschillende lijsten met stoffen waarvan het gebruik en / of de uitstoot moet worden verminderd. In Nederland zijn deze verschillende stoffenlijsten gebundeld tot één Zeer Zorgwekkende Stoffenlijst

Europees beleid

Reach

De REACH-verordening (1907/2006) regelt de registratie en beoordeling voor chemische stoffen. Onder de verordening kunnen stoffen als gevaarlijk of zeer zorgwekkend worden geïdentificeerd (Substances of Very High Concern – SHVCs). Voor deze stoffen kunnen autorisaties of restricties worden vastgelegd.  

In bijlage XIV van de REACH verordening is een lijst van autorisatieplichtige stoffen opgenomen. Hiervoor geldt dat de productie, handel en het gebruik van deze stoffen in de EU is verboden tenzij er een autorisatie is verleend. In bijlage XVII is een lijst met stoffen en bijbehorende restricties opgenomen. Deze restricties kunnen bijvoorbeeld gelden voor de productie, de handel of specifiek gebruik of aanwezigheid ervan in voorwerpen.  

Daarnaast is er onder de REACH verordening een kandidatenlijst voor zorgwekkende stoffen. Deze kunnen worden voorgedragen door lidstaten of door het Europees Agentschap van Chemische Stoffen (ECHA). Wanneer een stof is opgenomen op de kandidatenlijst kunnen hiervoor ook verplichtingen gelden. ECHA beoordeelt regelmatig de stoffen op de kandidatenlijst.  De REACH verordening wordt momenteel herzien. De herziene verordening wordt eind 2023 verwacht.

PFAS

PFAS is een stofgroep waar ongeveer 60000 stoffen toe behoren. Verschillende PFAS zijn bestempeld als zeer zorgwekkende stoffen en de fabricage en gebruik van sommige PFAS zijn al beperkt onder REACH. Een aantal andere PFAS staan op de REACH-kandidatenlijst.  Nederland heeft samen met een aantal andere lidstaten een voorstel ingediend bij ECHA om de hele groep PFAS in een keer te verbieden. ECHA en de Europese Commissie voeren tevens verschillende onderzoeken uit naar PFAS. In de strategie voor duurzame chemische stoffen stelt de Commissie een uitgebreide reeks maatregelen voor om het gebruik van en de verontreiniging met PFAS aan te pakken.

De POP-verordening 

De Verordening betreffende organische verontreinigende stoffen (2019/1021)  stelt een rechtskader aan Persistente organische verontreinigende stoffen (POP). Deze stoffen zijn niet of zeer slecht afbreekbaar waardoor ze in het milieu blijven en in de voedselketen terecht komen. Hierdoor vormen ze een bedreiging voor de volksgezondheid en het milieu. De verordening integreert hiermee de stoffen uit het VN-Verdrag van Stockholm in de Europese wetgeving. 

In de bijlage van de POP-verordening worden POP’s onderverdeeld in vier lijsten: verboden stoffen (bijlage I), stoffen waarvoor beperkingen gelden (bijlage II), stoffen waarvoor bepalingen inzake beperkingen van de vrijkoming gelden (bijlage III) en stoffen waarvoor bepalingen inzake afvalbeheer gelden (IV). Lidstaten kunnen daarnaast strengere eisen opleggen. 

Richtlijn Industriële Emissies (RIE)

De richtlijn industriële Emissies (RIE-richtlijn) (2010/75/EU) bevat regels ter voorkoming en beperking van de emissie van chemische stoffen in de lucht, het water en de bodem door industriële activiteiten. De RIE-richtlijn bevat een lijst van verontreinigende stoffen en daaraan gestelde emissie grenswaarden. De RIE-richtlijn is van toepassing op grote industriële installaties, zoals veehouderijen en afvalverwerkingsinstallaties. Voor middelgrote (stook) installaties is richtlijn (2015/2193) van toepassing.  Meer informatie over deze richtlijnen en de rol van decentrale overheden vindt u op onze pagina industriële emissies.  

Kaderrichtlijn Water

Om het water te beschermen tegen chemische stoffen is er een specifieke lijst van stoffen opgesteld die een risico vormen voor het watermilieu. Deze zijn opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW; 2000/60/EG) en de dochterrichtlijn Prioritaire Stoffen / milieukwaiteitsnormen (MKN; Richtlijn 2008/105). In deze richtlijnen worden risicovolle stoffen aangemerkt als prioritaire stoffen en de meest risicovolle stoffen als prioritair gevaarlijke stoffen. Lidstaten moeten maatregelen treffen om emissies van prioritaire stoffen te verminderen en van prioritair gevaarlijke stoffen te stoppen. De lijst prioritaire stoffen uit de Europese richtlijn wordt iedere vier jaar gecontroleerd.

Nationaal beleid

In Nederland zijn de stoffen uit (onder andere) de REACH-verordening, de POP-verodening, de RIE-Richtlijn, de Kader Richtlijn Water en de Richtlijn Prioritaire Stoffen gebundeld tot één Zeer Zorgwekkende Stoffenlijst. Deze is vastgelegd in de Wet Milieubeheer. Daarnaast heeft Nederland de stoffen uit Kaderrichtlijn Water aangevuld met stoffen die in Nederlandse wateren een potentieel risico vormen. Pas wanneer stoffen in meerdere lidstaten een probleem zijn komen ze op de Europese lijst. Meer informatie hierover is te vinden op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Stoffenlijst RIVM).

Decentrale relevantie

Het Europese beleid en de regelgeving op het gebied van (zeer) zorgwekkende stoffen heeft invloed op provincies, waterschappen, gemeenten en ook drinkwaterbedrijven. Voor waterschappen zijn de regels bijvoorbeeld van belang aangezien zij zorg dragen voor de kwaliteit van het water in Nederland en de daarbij horende chemische toestand van het water. Waterschappen moeten voorkomen dat deze stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. Maar ook provincies moeten rekening houden met dit beleid aangezien zij toezien op de naleving van milieuwetten op het gebied van lucht, bodem en water.

De chemische Stoffen uit de Zeer Zorgwekkende Stoffenlijst hebben dan ook gevolgen voor het verstrekken van vergunningen. Dit geldt bijvoorbeeld voor bedrijven die chemische stoffen uitstoten of lozen zoals industriële bedrijven en veehouderijen.  Het bevoegd gezag moet bij een vergunningsaanvraag nagaan of de stoffen waar een bedrijf mee in aanraking komt voldoen aan de criteria en eisen die aan Zeer Zorgwekkende Stoffen worden gesteld. Daarnaast moet bevoegd gezag ook toezicht houden op bedrijven die Zeer Zorgwekkende Stoffen uitstoten. 

Meer informatie hierover is te vinden op de website van InfoMil.

Green Deal

De Europese Commissie wil burgers beter beschermen tegen gevaarlijke chemische stoffen. Een van de doelen van de Green Deal is het beëindigen van verontreiniging van de lucht, het water en de bodem door middel van het ‘Zero Pollution’ actieplan. Zo wil de Commissie maatregelen voorstellen om vervuiling door microplastics en medicijnresten aan pakken. In de strategie voor duurzame chemische stoffen heeft de Commissie aangekondigd dat ze hormoonontregelende stoffen, persistente, mobiele en toxische en zeer persistente en zeer mobiele stoffen wil opnemen in de categorie zeer zorgwekkende stoffen.