Nieuws - 3 juni 2024

De Dienstenrichtlijn, de horecavergunning en ‘slecht levensgedrag’ van de horeca-exploitant

De Dienstenrichtlijn waarborgt de vrijheid van verlening van commerciële diensten en stelt eisen aan vergunningstelsels die die vrijheid inperken. Dit geldt ook voor horecavergunningen. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft meermaals verduidelijking gegeven over de benodigde details in lokale regels en de motivering van besluiten, om willekeur te voorkomen.

Nieuws - 6 mei 2024

De Dienstenwet en het cannabisgedoogbeleid: gescheiden werelden maar innig verbonden

In december 2023 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak over het cannabisgedoogbeleid in de gemeente Roermond. Op de toekenning van schaarse vergunningen zijn zowel de Dienstenrichtlijn als de Dienstenwet van toepassing. Maar geldt dat ook voor gedoogverklaringen en horecavergunningen voor coffeeshops? Hier spraken we over met Annemarie Drahmann en Demy Jongkind, beiden verbonden aan de afdeling Staats- en Bestuursrecht van de Rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Samen schreven zij een annotatie bij de uitspraak van de Raad van State in de Gemeentestem, een juridisch vakblad.

Praktijkvraag - 29 april 2024

Onze gemeente verstrekt horecavergunningen aan coffeeshops in combinatie met gedoogverklaringen in de zin van de Opiumwet. Is de Dienstenwet van toepassing?

Onze gemeente heeft momenteel twee coffeeshops. Voor het exploiteren van een coffeeshop zijn zowel een horecavergunning als een gedoogverklaring benodigd. In onze plaatselijke horecaverordening wordt het aantal horecavergunningen beperkt tot maximaal 45. Daarnaast hebben wij een beleidsregel op basis van artikel 13b van de Opiumwet, een lokaal gedoog- en handhavingsarrangement. Daarin hebben wij vastgelegd dat er, onder voorwaarden, maximaal twee gedoogverklaringen door onze gemeente worden afgegeven. Gedoogverklaringen worden alleen afgegeven in combinatie met een horecavergunning. Is op deze handelwijze de Dienstenwet van toepassing?

Praktijkvraag - 8 april 2024

Mag onze gemeente een aanvraag voor een PGB weigeren omdat de hulp of zorg in een ander EU-land wordt genoten?

In onze grensgemeente hebben twee inwoners een aanvraag gedaan voor een persoonsgebonden budget, een PGB. Een van de twee deed dat op grond van de Jeugdwet, de ander op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Beiden willen met dat budget diensten afnemen van buitenlandse aanbieders. De bedoeling is dat met het PGB op grond van de Jeugdwet in Vlaanderen een jongere tien maanden lang intensieve psychiatrische begeleiding krijgt van een Vlaamse aanbieder. De inwoner die een PGB heeft aangevraagd op grond van de WMO wil huishoudelijke hulp in Nederland, maar van een Vlaamse aanbieder. Onze gemeente heeft echter langlopende contracten voor dit soort hulp en zorg. Mag onze gemeente een aanvraag voor een PGB weigeren omdat de hulp of zorg in een ander EU-land wordt genoten of wordt afgenomen van een aanbieder uit een ander EU-land?

EU Rechtspraak - 23 februari 2024

Werknemers met een tijdelijk contract hebben net als werknemers met een vast contract recht op uitleg over ontslagredenen

Een werknemer heeft een arbeidscontract voor bepaalde tijd. Nog tijdens de looptijd van de overeenkomst zegt de werkgever het contract eenzijdig op en doet dat zonder opgave van redenen. Mag dat? Het hof gaat daar in deze zaak op in en stelt dat het belangrijk is dat werknemers, ook bij tijdelijke contracten, op de hoogte zijn van de redenen voor hun ontslag, zodat zij kunnen beoordelen of het ontslag rechtmatig is en eventueel juridische stappen kunnen ondernemen. Het niet verstrekken van deze informatie kan leiden tot benadeling van werknemers met tijdelijke contracten en kan in strijd zijn met het recht op bescherming tegen kennelijk onredelijk ontslag zoals vastgelegd in het EU-Handvest van de grondrechten.

Nieuws - 24 januari 2024

Beëindiging recht op tijdelijke bescherming van derdelanders uit Oekraïne

De tijdelijke bescherming van derdelanders uit Oekraïne eindigt op 4 maart 2024. Dit heeft de Raad van State geoordeeld op 17 januari 2024. Het gevolg is dat deze groep vluchtelingen uit Oekraïne vanaf dat moment geen recht heeft op verblijf in Nederland op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.

EU Rechtspraak - 11 december 2023

Autoriteiten die toezicht houden op de verwerking van persoonsgegevens moeten beslissingen daarover nemen in de vorm van een besluit waartegen bezwaar mogelijk is

Richtlijn 2016/680 verzekert de legitieme verwerking van persoonsgegevens bij juridische onderzoeken en strafrechtelijke vervolging. Vanwege de gevoelige aard van deze gegevens, kunnen betrokkenen hun recht van inzake en recht om in beroep te gaan tegen de verwerking niet direct uitoefenen naar de verwerker. In plaats daarvan, gaat dit via een toezichthouder. Maar maakt de toezichthouder een juridisch bindend besluit als deze de rechten van een betrokkene uitoefent? En heeft de betrokkene de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen dit besluit? Onder meer deze vragen worden behandeld in deze zaak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.